Mogelijk komt u door de behandeling (bijvoorbeeld door chemotherapie en/of hormonale therapie) vervroegd in de overgang. Misschien krijgt u daardoor last van opvliegers, of heeft u minder zin in vrijen. Bij gezonde vrouwen die in de overgang komen, kan de arts de hinderlijke gevolgen soms bestrijden door het voorschrijven van vrouwelijke geslachtshormonen.
Aan vrouwen met borstkanker wordt het gebruik van vrouwelijke geslachtshormonen over het algemeen afgeraden. De mogelijkheid bestaat namelijk dat de toegediende hormonen eventueel achtergebleven tumorcellen tot groei aanzetten. Mochten de klachten bijzonder ernstig zijn, het leven helemaal verstoren en niet met andere medicijnen te verhelpen zijn, dan kan de arts- bij vrouwen met goede vooruitzichten op overleving -eventueel overwegen om toch kortdurend vrouwelijke geslachtshormonen te geven.