Operatie

Een operatie is een plaatselijke behandeling. De chirurg verwijdert het aangedane weefsel. Dat wil zeggen dat behalve de tumor ook schijnbaar gezond weefsel daaromheen wordt weggenomen. Het ruim opereren vergroot de kans dat alle kankercellen inderdaad weg zijn.
Het weggenomen weefsel wordt onder de microscoop op aanwezigheid van kankercellen in de snijvlakken van het weggenomen weefsel onderzocht. De uitslag van dit onderzoek geeft belangrijke informatie over het stadium van de borstkanker en bepaalt mede of verdere behandeling noodzakelijk is. Er bestaan twee soorten borstoperaties;
de borstamputatie (ablatio) en de borstsparende operatie.

De borstamputatie

Bij een borstamputatie wordt de hele borstklier (met vet- en bindweefsel) en het huis en de tepel verwijderd. De onderliggende borstspieren blijven gespaard.
Als u een borstamputatie heeft ondergaan, kunt u overwegen om een borstprothese aan te schaffen. Er zijn prothesen in verschillende modellen, gewichten en prijsklassen.
Goede, onafhankelijke voorlichting over waar u op moet letten bij de aanschaf van een prothese is belangrijk.
Een goede borstprothese kan uw gevoel van zelfvertrouwen versterken. Bovendien herstelt een prothese het lichamelijk evenwicht, iets wat vooral belangrijk is als u zwaardere borsten heeft. Bij het dragen van een prothese is een bh waarin zowel de borst als de prothese goed in passen een eerste vereiste. Sommige vrouwen kunnen niet wennen aan een uitwendige prothese of zijn er niet tevreden over. Er zijn vrouwen die er dan voor kiezen om geen prothese te dragen.

De borstsparende operatie

Een borstsparende operatie is onderdeel van een borstsparende behandeling. Hierbij wordt alleen de tumor met omringend gezond weefsel verwijderd. Deze operatie wordt altijd gevolgd door bestraling.
Bij de afweging tussen een borstamputatie of een borstsparende behandeling spelen medisch gezien verschillende factoren een rol zoals: de grootte van de tumor ten opzichte van de omvang van de borst; de eventuele aanwezigheid van meer tumoren in dezelfde borst. Uw leeftijd is hierbij niet van doorslaggevende betekenis. Wel is bij vrouwen jonger dan 35 jaar het risico op terugkeer van de borstkanker in de behandelde borst iets groter
bij een borstsparende behandeling. Na een borstsparende behandeling kan de behandelde borst van vorm en grootte verschillen van de andere borst. Meestal wordt de behandelde borst na verloop van tijd kleiner. Een plastisch chirurg kan desgewenst beide borsten meer aan elkaar gelijkmaken.

Borstreconstructie

Een borstreconstructie na een amputatie kan zowel in praktisch als in emotioneel opzicht veel voor vrouwen betekenen. Het doel van een borstreconstructie is om de behandelde borst zo veel mogelijk te laten lijken op de andere borst.
Er zijn verschillende tijdstippen en manieren waarop een borstreconstructie kan worden uitgevoerd. In bepaalde ziekenhuizen in Suriname worden ook borstreconstructies uitgevoerd.
Als u een borstreconstructie overweegt, kunt u dit het beste zo vroeg mogelijk met uw behandelend arts bespreken. Na een verwijzing naar een plastisch chirurg kunt u zich laten informeren over de mogelijkheden die er voor u zijn.
Vaak zijn er voor een borstreconstructie verschillende operaties nodig. De resultaten van een borstreconstructie lopen uiteen.

Wondgenezing

Tijdens de operatie wordt meestal in of bij de wond een slangetje (drain) aangebracht dat het overtollige wondvocht afvoert. Er kunnen twee drains zijn: een drain voor wondvocht uit de oksel en een drain voor wondvocht uit het wondgebied van de borst. Na gemiddeld een tot vijf dagen worden de drains verwijderd. Het gebeurt regelmatig dat er zich dan toch nog wondvocht op hoopt. Als dat last geeft, kan het vocht met een injectienaald opgezogen worden. Deze eenvoudige ingreep is meestal niet pijnlijk. Zeker de eerste weken kan de wond pijn doen en trekken.
De huid rond de wond kan enigszins verkleurd zijn en soms is het littekengebied wat gezwollen. Naarmate de wond geneest, worden deze verschijnselen minder. Na een complete okselklieroperatie ontbreekt het gevoel in de huid langs de wondranden en aan de binnenkant en/of achterzijde van de bovenarm of is dit sterk verminderd.
Dat komt doordat een deel van de gevoelszenuwen in het wondgebied is doorgesneden. Bij de meeste patiënten keert het gevoel in het wondgebied na verloop van tijd weer terug.
Het is ook mogelijk dat u enige tijd de vreemde gewaarwording heeft dat de weggehaalde borst er nog is. Dit wordt ‘fantoompijn’ genoemd. Het is een bekend verschijnsel bij mensen die een amputatie hebben ondergaan.

Fysiotherapie:

Als u een totale okselklieroperatie heeft ondergaan, kan de beweeglijkheid van de schouder minder zijn. Armoefeningen kunnen het herstel van die beweeglijkheid bevorderen. U kunt het beste vijf tot zeven dagen na de operatie met deze oefeningen beginnen. Na alleen een schildwachtklieroperatie kunt u de dag na de operatie gaan oefenen en de schouder en arm normaal gebruiken. U hoeft niet bang te zijn dat door de oefeningen de
wond opengaat of de hechtingen zullen loslaten. Vaak is er een fysiotherapeut die komt begeleiden en de oefeningen komt doornemen om de beweeglijkheid van de schouder en arm te bevorderen.